Het gaat goed in Nederland en het gaat goed in veel landen buiten Nederland. Toch is het qua kinderrechten echt nog niet overal op orde. Afgelopen week debatteerde ik over dit thema tijdens het UNICEFdebat. Over 750 vluchtelingenkinderen die zonder ouders, onder erbarmelijke omstandigheden vastzitten in vluchtelingenkampen. Over kinderen die in Afrika nog steeds omkomen van de honger. Over Nederlandse kinderen die nog in veel te grote getalen opgroeien in armoede.
Ik pleit voor het centraal stellen van de rechten van kinderen. Van álle kinderen.
En dat kan mij niet extreem genoeg.
Na afloop van het UNICEFdebat ontmoet ik een radeloze moeder. Ze woont met haar twee puberzonen in een flat en wordt geterroriseerd door de buurman. Alle instanties gehad, bij alle kastjes en muren geweest. Waarom staat hier de veiligheid van haar kinderen niet centraal? Regels zijn regels, gemaakt achter bureaus, maar zelden toepasbaar in tijden van crisis. Nood breekt wet, kinderrecht breekt protocol.
Dat geldt voor de kinderen van deze moeder, dat geldt voor alle kinderen. Laten we die 750 ouderloze kinderen een thuis geven. Hier, in ons mooie Nederland. Laten we ons kinderpardon ruimhartig laten gelden en de kinderen die hier al zijn veiligheid en stabiliteit bieden. Een toekomst. Laten we armoede aanpakken. Echt aanpakken.
Laten we vooral mét kinderen praten, in plaats van alleen maar over ze. Zij zijn onze toekomst en daarmee ons grootste goed. Daar moeten we veel en veel zuiniger op zijn.